Leerstijlen


Bron

Kaldeway, J. (2007) Leerstijlen danwel denkstijlen als uitgangspunt voor vakdidactische ontwikkeling. Uit: Levende Talen Tijdschrift

 

Tips over persoonlijke effectiviteit

 

Meer op sdo.nl

Leerstijlen

Bij SDO verschijnen regelmatig ‘nieuwe’ managementmodellen aan de inmiddels omvangrijke verzameling. Sommige zijn helemaal niet nieuw, andere veel bekender dan nuttig en dat staat er dan ook, met de benodigde bronnen, eerlijk bij.

Recent zijn enkele leerstijlen toegevoegd. Die van David Kolb is heel bekend, maar nooit echt goed gefundeerd. Wist je dat de bekwaamheidsladder – het ontwikkelen van bewust onbekwaam naar onbewust bekwaam – niet van Maslow afkomstig is?
SDO is fan van de benadering van professor Jan Vermunt, die in lijn is gebracht met de theorie van Spiral Dynamics.

Duurzaam rendement van leren en ontwikkelen
Bij SDO Hogeschool staat de effectiviteit van leren centraal, voor de student, voor diens organisatie en eerlijk gezegd ook voor SDO. Wij visualiseren dit in bijgaande driehoek. Het optimaliseren van dit krachtenveld wordt nu belicht vanuit de professional (of deelnemer cq student).
In de opleidingen staan het verwerven van kennis en vaardigheden, én het toepassen in de eigen context, centraal. De combinatie kennis en vaardigheden mist echter een persoonlijke component[1]: de persoonlijke intenties, ambities en attitude van de professional vormen de verbindende schakel tussen kennis en vaardigheden.  Zonder intrinsieke motivatie zal zowel kennis als vaardigheden niet beklijven en/of niet worden gepraktiseerd.

Leerstijlen
Iedere persoon heeft voorkeur voor een leerstijl en het is aannemelijk dat die leerstijl overeenkomt met het dominante waardesysteem en gerelateerd is aan de context waarin deze persoon veelal functioneert. Een indeling van leerstijlen van prof. dr. Jan Vermunt is door van Marrewijk doorontwikkeld en gerelateerd aan de waardesystemen van spiral dynamics (Beck & Cowan, 1996). Jan vermunt is hoogleraar Didactiek van het doceren en van het opleiden van docenten, Universiteit Utrecht.

De eerste twee leerstijlen zijn identiek aan die van Vermunt. Tussen haakjes het waardesysteem waaraan deze stijl is gerelateerd:

Reproductiegerichte leerstijl (blauw-bureaucratische organisatie)
Motivatie: je leert voor een diploma. Alleen daarvoor ben je gemotiveerd, en niet voor de inhoud van de studie. Je richt je op het opnemen van kennis en het kunnen navertellen. Je wordt gemotiveerd door een duidelijke structuur.

Toepassingsgerichte leerstijl (oranje-rationele, prestatiegedreven organisatie)
Motivatie: je leert om het geleerde later toe te kunnen passen, bijvoorbeeld in het beroep waarvoor je aan het leren bent. Je vertaalt leerstof steeds naar de praktijk en bent vooral gemotiveerd voor leerstof waar je iets mee kunt. Je wordt gemotiveerd als je wordt uitgedaagd om de beste te zijn.

De volgende twee leerstijlen wijken af van de indeling van Vermunt. Zijn ‘betekenisgerichte leerstijl’ is gesplitst in een ‘groene variant – de ‘Ontwikkelingsgerichte leerstijl – en een gele variant – de Betekenisgerichte leerstijl. Vermunt’s ‘Ongerichte leerstijl’ is daardoor komen te vervalen. Beide leerstijlen zijn nadrukkelijk gerelateerd aan de waardesystemen van het verbindingsparadigma:

Ontwikkelingsgerichte leerstijl (groen – professionele organisatie)
Motivatie: je bent intrinsiek gemotiveerd je talent en mogelijkheden te ontwikkelen en verkiest daarbij sociale – interactieve – leervormen in lijn met sociaal constructionistische methoden. Je wordt gemotiveerd door het samen met anderen leren.

Betekenisgerichte leerstijl (geel – netwerkorganisatie)
Motivatie: je hebt persoonlijke interesse in de leerstof. Je richt je op het begrijpen van de leerstof en het leggen van verbanden tussen onderdelen van de leerstof. Je wilt graag steeds meer leren. Je wordt gemotiveerd door het begrijpen waarom dingen zo werken zoals ze werken.

Ook aan de primaire waardesystemen, paars en rood, kunnen leerstijlen worden gekoppeld:

  • Paars: je wordt gemotiveerd door in een veilige omgeving leren te integreren in je dagelijkse activiteiten.
  • Rood: je wordt gemotiveerd door directe toepasbaarheid, je wil meteen met de lesstof aan de slag. Leren heeft bovendien een positief effect op de positionering in de groep (“kennis geeft macht”)

In beide leerstijlen speelt ‘imiteren’ een rol: in clans leer je de manieren van de andere groepsleden door mee te doen en hun gebruiken over te nemen. In de rode leerstijl imiteer of kopieer je het gedrag van mensen die voor je in de ‘pikorde’ en uiteindelijk van de meester zelf.  Beide leerstijlen vormen een belangrijk fundament onder ‘action learning’.

Leerstijlen zijn ontwikkelbaar en veranderen als de context waarin geleerd wordt verandert. ‘Je bent geen leerstijl, maar je hebt een leerstijl’.

Idealiter houdt de docent of trainer rekening met de individuele leerstijlen van zijn deelnemers door bijvoorbeeld opdrachten te geven die aansluiten bij de leerstijl van de cursisten. Het kan ook dat een docent invloed uitoefent op de leerstijl van de student door bijvoorbeeld in te spelen op diens motivatie.

De docent heeft ook invloed op de ontwikkeling van een leerstijl door bijvoorbeeld in te spelen op de motivatie van een student. Een goede trainer of docent is zich bewust van de eigen leermotieven en het eigen leergedrag.

SDO biedt nieuwe studenten een leerstijlen-assessment aan om de leerstijlvoorkeuren van deelnemers te leren kennen en het palet aan leervormen te differentiëren zodat beter wordt aangesloten op de individuele deelnemer. Bovendien ontstaat zodoende een breder repertoire aan gedragskwaliteiten die in een leertraject wordt beoefend, zoals actieve, participatieve en inclusieve vormen van samenwerken en praktijkgericht leren ontstaan.