“Als jij het zo goed weet…neem de hogeschool dan over”
De oude bestuursvoorzitter, het strijden moe, wierp de stichtingsacte over de tafel. De hogeschool stond er slecht voor en de inspectie was onverbiddelijk.
Er was nog een kans. Bovendien had ik vanuit de vele rollen die ik in op verschillende plaatsen in het hoger onderwijs had vervuld – als adviseur, docent en examinator – veel kritiek op de kwaliteit van het onderwijs. Nu kreeg ik een kans om het zelf beter te doen.
Ik zag docenten in het hoger onderwijs met veel passie over hun vak vertellen, maar de onderwijseenheden sloten slecht op elkaar aan. Veel studenten ervaarden hun opleiding als ‘los zand’, niet afgestemd op een integrale visie die voor hen betekenisvol was, en van toepassing op hun werkpraktijk. Ze voelden zich een nummer; een ‘hol vat’ dat afgevuld werd met te vaak nutteloze kennis.
Een paar dagen later tekende ik de papieren en startte samen met enkele collega’s de renovatie van SDO Hogeschool.
Stichting Deeltijd Opleidingen werd SDO Hogeschool voor Moderne Bedrijfskunde. De wereld verandert immers snel, zelfs in een exponentieel tempo. Overheden kunnen complexe maatschappelijk vraagstukken niet langer adequaat oplossen vanuit hun bureaucratisch georganiseerde instellingen en de tucht van de markt dwingt commerciële organisaties steeds sneller te reageren op veranderende behoeften en ontwikkelingen.
De handboeken die in het hoger onderwijs worden gebruikt grossieren echter in oude theorieën van gemiddeld veertig jaar oud. Er zijn nieuwe inzichten en werkwijzen nodig die flexibel zijn, die ruimte bieden voor samenwerken en onderling afstemmen, die beter gebruik maken van de potentie van diverse spelers in het veld zodat uiteindelijk geleerd wordt, oplossingen ontstaan en ontwikkeling plaatsvindt.
Ik had in 2003 verschillende wetenschappelijk papers geschreven die inmiddels meer dan 5.000 keer zijn geciteerd. Zij vormden de contouren van een visie op bedrijfskunde die aansloot op de gedachte dat (bedrijfs)organisaties open systemen zijn en reageren op ontwikkelingen in hun externe omgeving. Dit was niet nieuw – de contingency school bestond al langer – maar van Graves leerde ik dat met name het niveau van complexiteit de trigger vormt voor de ontwikkeling van passende waarden die adequaat gedrag mogelijk maakt. In organisaties leidt dit tot aanpassing van de organisatievorm, de werkwijzen en de leiderschapsstijl om beter om te kunnen gaan met de toenemende volatiliteit, onzekerheid, connectiviteit en ambiguïteit (vuca) in hun omgeving (context).
In 2011 publiceerde ik mijn boek ‘Cubrix, zicht op organisatieontwikkeling en performance verbetering’. Daarin introduceerde ik een zelfontwikkeld driedimensionaal bedrijfskundig raamwerk – de Cubrix – van organisatiestadia, ontwikkelpaden en resultaatgebieden. De stadia vormen een evolutionair pad van opeenvolgende paradigma’s (Autoriteit, Beheersing, Communicatief en Symbiotisch). De ontwikkelpaden zijn de bedrijfskundige domeinen (leiderschap, strategie, P&O, communicatie & besluitvorming, leren & innoveren, middelenbeheer en processen) en de resultaatgebieden zijn gericht op drie stakeholders: werknemers, eigenaren & klanten en de omgeving (werkgeverschap; ondernemerschap en nabuurschap).
Vanuit een fasegewijzevisie op de ontwikkeling en toepassing van bedrijfskunde kun je effectief aansluiten op de verschillende omstandigheden waarin organisaties verkeren, van stabiel en voorspelbaar tot zeer complex en chaotisch.
We hebben onze bedrijfskunde opleidingen vanuit deze visie opnieuw ingericht, en heel veel onderwijsmateriaal zelf ontwikkeld. Alle modulen sluiten nu naadloos op elkaar aan. Ze zijn best pittig, maar met een goede begeleiding blijken studenten zeer effectief in het toepassen ervan.
Naast de professionele ontwikkeling tot bedrijfskundige, hebben wij ook aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling van de student. Wat zijn je ambities en drijfveren? Wat is je talent en purpose? Wij bieden zelfs een retraite aan in een klooster, met zeer ervaren coaches om dergelijk antwoorden scherper te krijgen zodat je je soepel weet te bewegen in een alsmaar complexer wordende wereld.
De derde leerlijn is die van onderzoek. Als bedrijfskundige – op associate degree of bachelorniveau – moet je verantwoording kunnen nemen voor de kwaliteit van het beleid dat je ontwikkelt, de adviezen die je geeft of beslissingen die je neemt. De wereld zit niet te wachten op nog meer meningen, maar op beargumenteerde, logisch valide conclusies. Studenten leren hoe een goed adviesrapport is opgebouwd en hoe je dat schrijft.
Inmiddels zijn meerdere groepen gestart en studenten succesvol naar hun doelstellingen begeleidt. Ondertussen is het opleidingsmateriaal getuned en de bureaucratische onderwijsprocessen beschreven en geborgd, zo blijft ook de inspectie tevreden.
Zijn wij tevreden? Ik ben bovenal trots. Trots op al het werk dat is verricht. Trots op de reacties van studenten en hun werkgevers en blij dat ik van dichtbij de ontwikkeling van studenten kan meemaken.
Toch voelt het als een ‘best kept secret’, alsof te weinig mensen er nog van weten. Het verhaal moet de wereld in.
Samen met collega’s van de hogeschool zijn wij ook actief in externe projecten zodat we het gedachtegoed kunnen toepassen op maatschappelijk uitdagingen. Zelf ben ik nu betrokken bij het organiseren van next-level veiligheid in de procesindustrie; de energietransitie en – ook heel leuk – het toepassen van diverse vormen van AI in het drastisch verhogen van de productiviteit en het effectiever leren en ontwikkelen.
De komende periode zullen meer mensen uit het netwerk van SDO Hogeschool vertellen van hun werk en bijdragen.
Mocht je meer willen weten over onze opleidingen, onze kennismodulen of visie op maatschappelijke vraagstukken, laat het me weten. Een online call is zo gepland!