Human Resourcesmanagement & bedrijfsfinanciën en recht [M-2-9] Ook deze module combineert twee domeinen van de bedrijfskunde. Het beheren en ondersteunen van de workforce is een vooraanstaand aandachtsgebied. Niet alleen omdat de personeelskosten doorgaans 70% van de operationele kosten zijn, maar omdat de kwaliteit en betrokkenheid van je personeel cruciaal is om de doelstelling te realiseren. Medewerkers worden immers ook de assets van een organisatie genoemd.
De student verricht een onderzoek naar een hrm-thema met financiële en/of rechtspositionele consequenties. Daarnaast worden een aantal opgaven aangeboden van rekentechnische aard, waardoor de vaardigheden en inzichten worden getoetst.
1.1 Persoonlijk leerweg In de laatste twee jaar van de bedrijfskunde opleiding wordt voortgebouwd op de onderwerpen die eerder zijn verkend en beoefend. Verschillende modulen hebben opdrachten die onderdeel zijn van de persoonlijke leerweg. Daarnaast worden vier onderwerpen aangeboden.
1. Ethiek en moraliteit Een kennisplein zal worden aangeboden ontwikkeld door Jan van Wijngaarden, met concrete vraagstukken in de beroepspraktijk.
2. De Weg – wat Chinese filosofen ons over het goede leven willen leren (Puett, 2016). Aan de hand van voorbeelden uit het alledaagse leven, legt Puett de denkbeelden van de oude Chinese filosofen uit. Hij inspireert tot kleine, haalbare veranderingen in onze manier van werken, opvoeden, politiek bedrijven en relaties aangaan, met mogelijk verstrekkende gevolgen voor onszelf en de wereld.
3. Doelgericht en betekenisvol. Aan de hand van Tim Kelly’s True Purpose (2009) verkennen we het nut van inspirerende doelen voor organisatie en individu. Dus ook jouw doelen!
4. Stress management. Er wordt steeds meer van mensen verwacht en tegelijk zien we jaarlijks stijgende aantallen burn-outs. Hoe ga je hier goed mee om. Een kennismodule en oefeningen worden aangeboden door Erna Kraak.
1.2 Professioneel ontwikkeltraject Externe analyse * (6 EC’s) Een organisatie is afgestemd op zijn omgeving en levert waarde met diens producten en diensten of houdt op te bestaan. Aangezien de omgeving – ofwel de context – in een steeds sneller tempo verandert, dienen organisaties zich daarop aan te passen (fit for the future). Welke structuur sluit daarop aan; welke cultuur stimuleert de ambities van een organisatie of remt deze juist af; welke leiderschapsstijl is het meest geschikt; welk type strategie werkt het beste en welke besturingsvorm is het meest effectief? Dergelijke vragen kun je alleen beantwoorden als je een goede inschatting kunt maken van de omgeving en de daarop aansluitende mogelijkheden. Om hierin goede keuzes te maken behoor je contextsensitiviteit te ontwikkelen en een analytisch vermogen om de complexiteit, volatiliteit, ambiguïteit en dynamiek van de context goed in te schatten. De wereld voorbij DESTEP. De module wordt afgerond met een externe analyse van jouw werkomgeving, waarna je de complexiteit van de relevante context bepaalt en de daarop aansluitende organisatievorm.
[*=Vervalt als deze module reeds op AD-niveau is aangeboden.]
Leidinggeven I * (6 EC) Leidinggeven aan jezelf, een team of een hele organisatie vergt inzicht, houding en vaardigheden. Inzicht in de aard van de uitdaging en kennis van de situatie. Als je die mist is de kans op een adequate interventie gering. We bouwen voort op de fasegewijze en waardengedreven benadering die in de vorige module is geïntroduceerd. Dit benadrukt de rol van omgevings-complexiteit en de keuze van de leiderschapsstijl die daar het best op aansluit. Voorts wordt de rol en verantwoordelijkheid van leiderschap geanalyseerd in het bredere verband. Een verfijning van deze inzichten biedt het boek van prof. Ron Meyer en Ronald Meijers – Leadership agility. Zij introduceren een breed repertoire van leiderschapsstijlen die inspelen op de situationele diversiteit in organisaties.
Daarnaast spelen jouw vaardigheden, professionele houding en persoonlijke kenmerken een rol. De eerste kun je trainen en kenmerken kun je inzetten of compenseren. Deze thema’s spelen ook een rol in je persoonlijk leerwegtraject.
Deze module wordt getoetst door middel van een schriftelijke reflectie op je persoonlijke leider-schapsvaardigheden en een analyse van de meest geschikte leiderschapsstijl in verschillende contexten en situaties. In het essay moet je ook aantonen dat je inzicht hebt op de manier waarop je op een effectieve en resultaatgerichte manier leiding kunt geven aan medewerkers, door doelen te formuleren, middelen te faciliteren, de voortgang te bewaken en het samenwerken in de organisatie te bevorderen.
Leiderschap II (6 EC) In aanvulling op Ad-module van leiderschap (Leadership agility) – of anders in combinatie – gaat de Bachelors module leiderschap dieper in op één specifieke stijl: dienend leiderschap. De term is bedacht door Greenleaf (1990) en wordt tegenwoordig zelfs aanbevolen door Barack Obama. Er wordt aandacht besteed aan Inge Nuijten’s promotieonderzoek. In haar Boek “Echte leiders dienen” analyseert en beschrijft zij de wetenschappelijke grondslagen van het begrip en toont zij overtuigend aan dat dienend-leiderschap een nuchtere en effectieve vorm van leiderschap is.
In “Hoe leiders denken” presenteert Rasmus Hougaard een effectief leiderschapsmodel op basis waarvan je als leider echte verbinding creëert en een cultuur waarin intrinsieke motivatie, autonomie, creativiteit en compassie vooropstaan. Om dit te bereiken zijn leiders nodig die drie kernkwaliteiten ontwikkelen: mindfulness, onbaatzuchtigheid en compassie. Past dit in jouw situatie en ben jij er dan klaar voor?
Strategie (10 EC’s) Voor deze module staat een kennisplein beschikbaar met een analyse van managementboeken van mcKinsey auteurs, beginnend bij Peter & Waterman (In search of Excellence, 1982) via verschillende boeken van Collins tot uiteindelijk Laloux’ Reinventing organizations (2015). Studenten lezen en becommentariëren twee boeken uit deze reeks. De analyse wordt aangevuld met Hardjono’s Vierfasenmodel (1995) en andere inzichten ter verfijning van de strategische kennis en vaardigheden. Na deze basis staat De blauwe oceaan van Kim en Mauborgne (2015) centraal, die vervolgens wordt toegepast op de actuele strategie van je organisatie. Welke aanbevelingen zou je jullie directie willen doen?
Veranderkunde I / Organisatieontwikkeling * (6 EC’s) In plaats van individuele verandermethoden te bestuderen – uit een breed repertoire van honderden methoden – is het effectiever het veranderproces te doorgronden. De Cubrix stelt dat er vier veranderambities zijn – vitaliseren, optimaliseren, heroriënteren en transformeren – die kunnen worden uitgevoerd in de veranderstijl van de op dat moment dominante organisatievorm. Welkom in de wereld van veranderkunde.
Het “Handboek organisatieontwikkeling – bouwstenen voor succesvol organiseren” en een online leergedeelte bieden de basis voor beide thema’s. Inzicht in de dynamiek en veranderprocessen geven ook inzicht in de ontwikkeling van moderne organisatievormen, die sinds het boek van Frederick Laloux (Reinventing organisations, 2016) zo populair zijn geworden.
De toetsing vindt plaats aan de hand van een werkstuk waarin veranderpraktijken getypeerd en gepositioneerd worden aan de hand van de Cubrix Transitiematrix.
Veranderkunde II – Positive change (8 EC’s) Er is eerder kennisgemaakt met de vier veranderambities – vitaliseren, optimaliseren, heroriënteren en transformeren – die afgeleid zijn uit de structuur van de Cubrix. In een tijdperk dat gekenmerkt wordt door een hoger niveau van complexiteit dan wij van oudsher gewend zijn moeten directies zich opnieuw oriënteren om dat hun verantwoordelijkheid een nieuwe invulling vraagt: De wijze waarop directies fit, grip en impact tot stand kunnen brengen vraagt een geheel nieuwe aanpak, waarbij overigens waardevolle ervaringen behouden blijven. Kenmerkend voor die nieuwe benadering is dienend leiderschap en positive change.
Studenten staan een uitgebreid kennismodule ter beschikking met de rijke ervaringen vanuit de wereld van appreciative inquiry. Volgens grondlegger David Cooperrider is waarderend onderzoek (AI): ‘de kunst en kunde om vragen te stellen over het potentieel van een organisatie met de bedoeling deze volledig tot zijn recht te laten komen’ Appreciative Inquiry is een ‘strength based’ verandermethode – ook een levenswijze – die uitgaat van de kracht en mogelijkheden die in mensen en organisaties besloten liggen. Door situaties waarderend te onderzoeken (“wat ga nu al goed?”) en mensen waarderend te bevragen (“waar wil je meer van?”) ontsluit zich een potentie die via een gezamenlijk doel (“Co-creëer de gewenste toekomst”) en een breed gedragen aanpak de gedroomde toekomst tot werkelijkheid maakt.
Appreciative Inquiry onderscheidt zich van de klassieke, op het aanpakken van knelpunten gebaseerde, veranderaanpak door aandacht te geven aan wat goed gaat en daarop door te ontwikkelen. De traditionele aanpak genereert incrementele verbeteringen terwijl Appreciative Inquiry een transitie of zelfs transformatie te weeg kan brengen, door draagvlak te ontwikkelen, perspectief te ontvouwen en optimaal gebruik te maken van de potentie, kracht en creativiteit onder alle stakeholders.
Ondernemerschap: Lean startups (6 EC’s) In deze module staat het ontwikkelen – opstarten of doorontwikkelen – van organisaties centraal. Dit is gekoppeld aan innovaties en de wijze waarop dit tegenwoordig plaatsvindt. Centraal staat het gedachtegoed van Eric Ries (Lean start-up, 2011). Ondersteunde kennis wordt betrokken van boeken zoals Zero to one (Peter Thiel, 2015) en Business canvas van Patrick van der Pijl (Designing a better business, 2016) Studenten worden verwacht een procesbeschrijving te maken van een doorontwikkeling via een disruptieve innovatie.
Cultuurontwikkeling (6 EC’s) Naast de Cubrix wordt het werk van cultuurexpert Schein bestudeert en de benadering van corporate antropologen, zoals het werk van Braun en Kramer (Corporate Tribes, 2015 en Building Tribes, 2018). Studenten krijgen van WaardenManagement de beschikking over een culture assessment instrument waarmee zij het cultuurprofiel van een team kunnen meten. In een werkstuk wordt dit geduid en becommentarieerd.
Retailmarketing (6 EC’s) “De komende tien jaar zal meer disruptieve veranderingen laten zien in de retail, dan we de afgelopen honderd jaar hebben ervaren” De auteurs van het meest recente managementboek van het jaar laten er geen gras over groeien. De studenten worden uitgedaagd scenario’s te ontwikkelen hoe zij in deze enorme golf kunnen weerstaan, of beter, er op leren surfen…
Marketing (6 EC’s) Ieder organisatie wordt uitgedaagd nieuwe trends te vertalen naar hun eigen organisatie. Wat zijn hiervan de implicaties voor rollen en verantwoordelijkheden? Wat moet je doen om markt- en klantgericht te zijn? Hoe kun je – juist in de dynamiek van vandaag de dag – je doelen realiseren? In deze module worden beide boeken kritisch bestudeerd en hun toepasbaarheid beoordeeld. Wat kan jouw organisatie hiervan leren?
Moderne economie en duurzame ontwikkeling (6 EC’s) Het boek de Donut economie (2017) van Kate Raworth wordt bestudeerd, zo ook het gedachtegoed van Klaas van Egmond (Een vorm van beschaving, 2010) Van Egmond wist als directeur van het RIVM al jaren dat de voorspellingen van de Club van Rome (Limits to growth, 1972) uitstekend bleken. De vraag is: Hoe gaan we met deze kennis om nu wij weten dat dat de wereld door toedoen van de mensheid significant veranderd. De studenten maken een interne maturity analyse van de duurzaamheids-inspanningen van uw organisatie, aan de hand van het werk van Christian Felber’s Common Goods Matrix (Change everything – creating an economy for the Common Good, 2015 )
Project Management (4 EC’s) De fasegewijze benadering is goed toepasbaar op het plannen en uitvoeren van projecten. Het is zaaks om eerst de complexiteit van een tijdelijke opgaven goed in te schatten. Is een project lineair te plannen en uit te voeren, dus stap voor stap, waarbij alles van tevoren bekend is zoals in een controled environment. Is het doel duidelijk, maar moet de weg ernaar toe nog ontdekt, of ten minste beproefd worden? Zijn er allerlei stakeholders betrokken die indien ze weglopen het project kunnen frustreren? Dan is voortdurend draagvlak nodig voor iedere stap. Of is alleen de uitdaging algemeen geaccepteerd, en moeten de belangen, doelen en de aanpak iteratief worden ontwikkeld? Deze context bepaalt welke benadering, welke kwaliteiten, welke middelen, welke besluitvormingsproces en welke projectmanagementstijl nodig is om een project succesvol te (helpen) realiseren. De studenten krijgen ondersteuning vanuit het leerplein, ontvangen een contextscan, en analyseren een voor hen bekend project. Analysemethoden gebaseerd op Goldratt’s evaporating clouds (6 EC’s) Verschillende boeken van Eli Goldratt laten frisse en haarscherpe analysen zien van veel voorkomende problemen in bedrijven. Zijn gedachtegoed omvat oplossingen voor problemen in de logistiek, productie, assemblage, marketing, projectmanagement, strategie, accounting, en ga zo maar door. Naast zijn theory of constraints (TOC) heeft hij analysetechnieken achtergelaten waarmee je de kern van een probleem kunt achterhalen. Voorbeelden zijn de evaporating clouds, de current reality tree en de transition tree. Studenten beoefenen de verschillende tools aan de hand van bedrijfskritische situaties en maken hiervan een verslag. En ze lezen tenminste een boek uit de lange literatuurlijst van Goldratt.
Statistiek en onderzoeksmethodologie Jan Rouma, lector Onderzoek aan de SDO Hogeschool, heeft de leerlijn Onderzoek ontwikkeld en daarin een visie op praktijkgericht onderzoeken geformuleerd die de basis vormt voor het bedrijfskunde programma. Het onderzoeksproces wordt toegelicht en er is specifieke aandacht voor het ontwerpen, uitvoeren, analyseren en rapporteren van veldwerkonderzoek.
Risicomanagement In een onvoorspelbare wereld moet je rekening houden met tegenvallende ontwikkelingen, met risicomanagement probeer deze risico’s beter te beheren. Van oudsher bestaat nadruk op de financiële risico’s, zoals valutabeheer, rente, beleggingen en derivaten. Een organisatie loopt veel meer risico’s, zoals verloop, verzuim en underperformance van medewerkers. Deze module richt zich op het doorgronden, voorkomen en afwenden van risico’s op de primaire processen in organisaties.
Kwaliteit en Procesmanagement (6 EC’s) Voor doelgerichte en winstgedreven organisaties is het van groot belang dat de processen goed zijn ingeregeld. Dat maakt dat de organisatie beter, sneller en goedkoper kan produceren dan concurrenten. Procesmanagement is met name in het beheersingsparadigma het organisatiegebied dat het meest bijdraagt aan de performance van een organisatie. Proces en kwaliteit wordt terecht vaak in één adem genoemd. Processen behoren een product of dienstverlening tot stand te brengen die aan specifieke kwaliteitsnormen voldoen.
De module biedt een overzicht van de fasegewijze ontwikkeling van proces- en kwaliteitsmanagement. Vervolgens staat een invloedrijke procesmethode – lean six sigma – centraal. Deze aanpak heet klantgericht, betrekt de kennis van de werkvloer en is gericht op het elimineren van verspilling, het aanpakken van bottlenecks en het voorkomen van fouten. Toyota Kata is een meer een integrale filosofie – feitelijk de bron van lean – met zeer praktische aanwijzingen voor vaklieden, maar zeker ook voor leidinggevenden. Het laatste thema van deze update betreft de drie kwaliteitsgeneraties die congruent zijn met drie ideaaltypische organisatievormen: de bureau-cratische organisatie, de rationele of winstgedreven organisatie en de professionele organisatie ditmaal inclusief vormen van zelforganisatie.
Lerende organisaties De dynamiek en ambiguïteit die kenmerkend zijn voor deze tijd vergen veel afstemming, experimenten en het snel leren van fouten. Vandaar dat in een complexe omgeving leren en innoveren van strategisch belang zijn. Hoe kun je het leren beter aansluiten op de strategische ambities van een organisatie? Hoe kun je leerprocessen effectiever maken? Hoe integreer je leerprocessen op de ‘werkvloer’ en hoe ondersteun je een lerende organisatie?
Deze module schetst eerst de fasegewijze ontwikkeling van het leren en innoveren in organisaties. Vervolgens staat het effectiever leren centraal: de driehoek – medewerker, trainer en werkvloer – wordt geanalyseerd. Inhoud, vorm, leerstijl en met name de aansluiting op de ‘werkvloer komen daarbij aan bod. Een mens leert door kennis en vaardigheden te verwerven. Een organisatie leert door de kwaliteiten van medewerkers effectiever in te zetten, door interactie en feedback te organiseren, beter samen te werken en als organisatie zich sneller aan te passen aan telkens veranderende omstandigheden.
Studenten krijgen toegang tot de leerstijlmonitor en de (mini)acadroom om een analyse te maken van de leersituaties in hun organisatie.
Minor People Management (HRM 2.0) Hoe ziet de personeelsafdeling eruit indien een organisatie beweegt naar het meer verbindende paradigma? Wat blijft, wat behoort te worden aangepast en welke emergente vormen van dienstverlening gaat de moderne HRM’er aanbieden ter ondersteuning van diens organisatie? Deze module is met name bedoeld voor personeelsfunctionarissen die moderne bedrijfskundige inzicht nodig hebben om hun functioneren te transformeren en aan te sluiten op de dynamiek van hun omgeving. Voorbeelden van thema’s die in de minor gekozen kunnen worden:
Organisatie-energie van Prof. Heike Bruch
Happiness at work, geluk, bevlogenheid – diverse bronnen, w.o. Harvard
Van duurzame inzetbaarheid naar duurzaam presteren
Werkdruk en belastbaarheid
Teamperformance
Goed werkgeverschap
HR analytics: impact van smart data op de besluitvorming van workforce issues.
Minor Communicatie en Besluitvorming (2.0) Complexe ontwikkelingen dagen steeds meer organisaties uit hun verticale sturing te transformeren naar vormen van zelforganisatie en samensturing. In organisatie die zijn ingericht op macht en beheersing wordt top-down gecommuniceerd en wordt informatie van de werkvloer eerst geaggregeerd. Door het toenemend belang van afstemming met verschillende stakeholders vinden meer horizontale vormen van communicatie plaats en worden meer partijen betrokken in de besluitvorming. Hoe kun je dit werkbaar en effectief houden en gericht op de gemeenschappelijke doelstellingen? De Minor start met een overzicht van de fasegewijze ontwikkeling van communicatie en besluitvorming, zodat we scherp de verschillen en de mogelijkheden zien van ‘holacracy’, een modern en snel opkomend besturingssysteem dat onlosmakelijk verbonden is aan zelforganisatie.
In deze minor komen verder thema’s als clean language en deep democracy aan de orde.
Het boek de Donut economie (2017) van Kate Raworth wordt bestudeerd, zo ook het gedachtegoed van Klaas van Egmond (Een vorm van beschaving, 2010) Van Egmond wist als directeur van het RIVM al jaren dat de voorspellingen van de Club van Rome (Limits to growth, 1972) uitstekend bleken. De vraag is: Hoe gaan we met deze kennis om nu wij weten dat dat de wereld door toedoen van de mensheid significant veranderd. De studenten maken een interne maturity analyse van de duurzaamheidsinspanningen van uw organisatie, aan de hand van het werk van Christian Felber’s Common Goods Matrix (Change everything – creating an economy for the Common Good, 2015 )
Privacy Overview
This website uses cookies so that we can provide you with the best user experience possible. Cookie information is stored in your browser and performs functions such as recognising you when you return to our website and helping our team to understand which sections of the website you find most interesting and useful.
Strictly Necessary Cookies
Strictly Necessary Cookie should be enabled at all times so that we can save your preferences for cookie settings.
If you disable this cookie, we will not be able to save your preferences. This means that every time you visit this website you will need to enable or disable cookies again.